Alle berichten van st het braambos

Nieuwe uitgave Philpot

Dit jaar is het 150 jaar geleden dat Joseph Charles Philpot stierf. Een geschikte gelegenheid om de nog nooit eerder uitgegeven preken van hem uit te geven (± 40 stuks).

Naar verwachting verschijnt in November 2019:

Laatste preken van J.C. Philpot Deel 1
128 pag. , ISBN 978-90-76450-11-7, €12,50
Inhoud:

  1. Psalm 29:11 / Belofte van sterkte en vrede
  2. 1 Johannes 2:20 / De zalving van de Heilige
  3. Psalm 119:32 / Goddelijke verwijding en geestelijke gehoorzaamheid
  4. 1 Korinthe 1:9 / Geroepen tot Goddelijke gemeenschap
  5. Jesaja 18:7 / Een welgevallig geschenk voor de HEERE der heirscharen
  6. Lukas 23:42-43 / Het gebed van de moordenaar en de verhoring ervan
  7. Hebreeën 4:15-16 / Een medelijdende Hogepriester en een troon der genade

Joseph Charles Philpot was predikant in Engeland en leefde van 1802-1869. Een groot aantal van zijn preken is via steno in schrift vastgelegd, welke hij veelal zelf voor de publicatie corrigeerde. Zelfs vanaf dat hij leefde tot nu toe zijn ook in Nederland bijna vierhonderd preken van hem vertaald en uitgegeven. De preken in deze serie zijn naar alle waarschijnlijkheid de laatste niet eerder uitgegeven preken. Enkele preken lijken reeds eerder uitgegeven doordat de Bijbelteksten overeenkomen, maar deze preken zijn dan in andere jaren uitgesproken en van andere inhoud.

Voor zeer velen in zijn tijd waren de preken en teksten van Philpot tot grote zegen en bemoediging. Zelf met diep geestelijk inzicht van God geleerd, verklaarde hij op ordelijke en treffende wijze hoe God Zijn volk leidt, en ontblootte daarnaast dode belijders in de godsdienst. Philpot: Mijn vrienden, uw eigen wijsheid, uw eigen kracht, uw eigen gerechtigheid, uw eigen godsdienst –weg ermee! Het is geen cent waard in de dingen van God. Maar hoe dieper u uw behoefte voelt, hoe gepaster Jezus is. Hoe meer leeg, hoe meer plaats om gevuld te worden; hoe meer uitgekleed, hoe meer plaats om bekleed te worden; hoe meer terneergeslagen, hoe meer plaats om opgericht te worden. … De Heere zal ons leren dat wij werkelijk arm en behoeftig zijn; dat wij niets zijn en niets hebben; dat wat wij hebben, Zijn gave is en dat wat wij zijn, Zijn werk is.

Voor zijn sterven in de nacht van 9 december 1869 zei hij: ‘O, mocht ik nu heengaan en bij Christus zijn, want dat is zeer verre het beste.’ ..‘Loof den HEERE, o mijn ziel!’.

Philpot zei over de teksten die hij publiceerde: Wij schrijven ook voor hen die na ons komen. Bijgevolg hebben de preken uit die tijd na 150 jaar na zijn sterven nog niets van hun frisheid en diep geestelijk inzicht verloren.

—————————————————————–

DV begin 2020 verschijnt William Gadsby Deel 3, ISBN 978-90-76450-12-4, 160 pag, € 12,50.

Philpot persoonlijk

Wat mezelf betreft heb ik de vreze Gods bijna veertig jaar lang beleden, en naar ik hoop ook bezeten… ….. We kunnen – zelf ben ik dat vaak geweest – beproefd worden, wat betreft de wezenlijkheid van het werk; en soms word ik tot op deze dag beproefd of ik een enkele korrel genade in mijn hart bezit. Maar, ik heb nooit getwijfeld aan het tijdstip, waarop, nóch aan de omstandigheden, waaronder het begon, nóch wat mijn gevoelens waren onder de eerste onderwijzingen van de ge­zegende Geest in mijn hart; en ik ben in mijn eigen gedachten tot dit besluit gekomen, dat zo dit verkeerd is, dat dan alles verkeerd is; zo dit goed is, dat dan alles goed is. Als ik met God begonnen ben, dan kan God me tot het einde aan mezelf overlaten; maar als God met mij begonnen is, onafhankelijk van enige wil, neiging, kracht of handeling van mezelf, in een souvereine weg van genade, door Zijn vreze in mijn hart te planten en Goddelijk leven aan mijn ziel mede te delen – als God Zelf aldus een goed werk in me begonnen is, dan heb ik Zijn zekere belofte, dat Hij dat voleindigen zal tot op den dag van Jezus Christus (Filip. 1:6). Hierop steunen we soms temidden van twijfel, vrees, en ver­warring; ja we steunen op het werk Gods in ons hart, zoals dat door Hemzelf begonnen is. Dit moeten we dus gedenken, en dit is niet erg moeilijk, want het eerste werk op onze consciëntie ligt soms zo vers in de gedachten, alsof het gisteren geschiedde. De mensen vertellen me soms, dat ik een sterk geheugen bezit, doch of ons geheugen sterk of zwak is, het is verbazend wat een indruk de Goddelijke wezenlijkheden op onze geest maken in hun eerste mededeling. Vaak ook, waren de leidingen Gods met ons in de Voorzienigheid even kenmerkend als de leidingen met ons in de genade.

Philpot persoonlijk

Ik kan hier wel van ondervinding spreken, dat het ontbloten en in de laagte brengen niet in één dag geschiedt, maar vaak een werk van lange duur is. Ik was voor vele jaren terug niet ontbloot, niet in de laagte gebracht, toen, naar ik geloof dat de Heere mijn ziel levend maakte; maar toen werd ik van het eerste ogenblik af, geleid om meerder of minder te strijden naar wettige voorwerpen en kon ik niet zijn zonder inwendige godsdienst. Maar volkomen zielsarmoede drukte mij niet, schaamte en verlegenheid had mijn aangezicht nog niet bedekt. Ik had toen nog niet gevoeld wat een laag monster van snoodheid ik was, noch van mijzelf gewalgd en mij verfoeid in stof en as. De volkomen hulpeloosheid van de mens was voor mij meer een leerstelling dan een waarheid; ik was niet bekend met de machtige en overweldigende kracht van de zonde, nog had het ploegijzer van de verzoeking het diep bederf van mijn hart aan de dag gebracht. Daarom streed ik onwettig. Wanneer ik viel, zoals ik gedurig viel, zo had ik enig geheim voorbehoud in mijzelf, enige gebeden, of berouw, of hoop of voornemens, om mij uit de diepte op te helpen.

philpot aan het woord

De last kan wel blijven, maar er wordt kracht gegeven om deze te dragen; de beproevingen worden niet verminderd, maar de kracht om ze te doorstaan wordt vermeerderd; de boosheden van het hart worden niet weggenomen, maar er wordt genade medegedeeld om ze te onderwerpen.

philpot persoonlijk

In Zijn genadige bedoelingen met Zijn eigen kinderen stelt de Heere gewoonlijk hun zekere zegeningen voor, of wel, Hij doet hen hun diepe nood gevoelen en daarna doet Hij in hun zielen hevige begeerten ontbranden. Ik herdenk hoe vurig mijn ziel bijna veertien jaar geleden verlangde naar de kennis van God. Het overviel mij in diepe droefheid, ongezocht, en bleef mij bij weken lang dag en nacht. O, welk een geest van gebed en smeking had ik toen, om de inwendige kennis van God in Christus.

warburton aan het woord

Ik begrijp de godsdienst van sommige mensen niet, die nimmer de genieting van Gods heil missen. Die nooit twijfelen of vrezen. Die nimmer behoefte hebben aan een nieuwe toepassing van Gods genade aan het hart. Ik zeg, dat ik dat niet begrijp en ik wil het ook niet begrijpen. ……. Mijn vrienden, deze zielsoefeningen geven mij te zien en te gevoelen, dat ik enige godsdienst heb.

Warburton persoonlijk

Wanneer de liefde, bloed, genade, barmhartigheid en heerlijkheid van Immanuel in het hart is, kroont dat het geheel. Ja mijn vrienden, ik heb het in de ziel waargenomen; want ik heb vandaag een zoete tijd met mijn Heere gehad. Ik ontwaakte vanmorgen om vijf uur, en ik zei tegen de Heere: ‘Kom, en bezoek mij vandaag’. Loof Zijn dierbare Naam, ik kreeg zo’n  gemeenzaamheid, zodat ik met Hem praatte zoals ik dat met u zou doen, mijn vrienden. O, welk een hemelse plaats is het om een wijle Zijn tegenwoordigheid te genieten, mijn vrienden, en dat Zijn hemelse zalving ons bedauwt.

Gadsby aan het woord

Allen die naar de hemel verwachten te gaan in het bezingen van de wonderen die zij voor God gedaan hebben, zullen bedrogen uitkomen als ze in die staat sterven. De Heere doet al Zijn volk weten dat er geen macht, kracht of hulp in henzelf is.

Mockford persoonlijk

Ik was met hoogmoed vervuld over hetgeen ik al bereikt had, en door de toejuiching welke ik van anderen ontving, zwol ik dermate op, dat ik mijn nest in de sterren bouwde. Maar de Heer zegt: ‘Van daar zal ik u afbrengen!’ Ik had mijn huis op het zand gebouwd, en toen God Zijn Woord in vervulling bracht: ‘Ik zal die omgekeerd, omgekeerd, omgekeerd stellen’ toen viel mijn huis en de val er van was groot.

Gadsby persoonlijk

Er is één tekst die mij tientallen keren in verwarring gebracht heeft. Christus zegt: ‘Ik ga heen om u plaats te bereiden’ (Joh. 14:2). ‘Een plaats bereiden’, dat is heel vreemd. Is de hemel niet reeds bereid? Zo lijkt het alsof de geschapen hemel geen heerlijkheid genoeg is voor Gods volk; en ik geloof dat inderdaad. Ik geloof niet dat God de geschapen hemel voldoende heerlijkheid voor Zijn volk vindt. Daarom is Christus, als hun Middelaar, als hun Hoofd en Vertegenwoordiger, heengegaan om plaats voor hen te bereiden.