We zijn nu een nieuw jaar ingegaan. Laten we terugblikken en onszelf afvragen wat onze handelwijze gedurende afgelopen jaar geweest is. Wij hebben gezondigd tegen God en hebben grotelijks gefaald in de vervulling van onze verschillende plichten. Ach, zouden wij God kunnen ontmoeten op grond van onze eigen werken? Helaas! Als dit het verbond moet zijn, dan zouden wij moeten omkomen. Maar Hij heeft ons veilig door verleden jaar heen gebracht en hier zijn we nu, levende bewijzen van Zijn liefde en getrouwheid. O, mogen wij dan neerzinken voor Zijn voetbank, Zijn goedheid aanbidden, Hem vertrouwen voor de toekomst en Hem verheerlijken met ons lichaam en onze geest, die Zijne zijn.
Categorie archieven: Kernuitspraak
Tiptaft aan het woord
Alle godsdienst die we hebben voordat we wedergeboren zijn, is niets beter dan het aanbidden van duivelen.
Philpot aan het woord
Er zijn veel meer mensen verloren onder het Evangelie dan dat er verlosten zijn door het Evangelie, want in een gemeente zijn veel meer ongelovigen dan gelovigen. Voor veel meer mensen is het Evangelie een reuk des doods ten dode dan dat het een reuk des levens is ten leven. Er is dus een openbaring van het Evangelie aan de uitverkorenen en een bedekking van het Evangelie voor de verworpenen. Er is een kracht die gepaard gaat met het Woord tot degenen die God heeft verkoren tot het eeuwige leven, maar voor degenen die verloren zijn, is dit alles verborgen.
Dit is een van de grote mysteries waarvan God geen rekenschap geeft. Het kan alleen maar uitgelegd worden vanuit Zijn soevereiniteit en Zijn almachtige beschikking. Hij laat ook niet toe dat de mens zich daarmee bemoeit.
Philpot aan het woord
Hoe dieper de Godsdienst des mensen is, des te krachtiger zijn de vijanden, die hem aanvallen. Het kind heeft kleine genade en weinig vijanden; de man in Christus en die krachtig is in den Heere heeft vijanden, geëvenredigd naar zijne krachten; hoe groter genade, des te meer beproevingen; hoe sterker geloof, des te zwaarder lasten.
Philpot aan het woord
Zoek noch verwacht grote dingen die in de regel bedrieglijk zijn, maar tracht naar wezenlijke dingen, om het leven en de kracht Gods aan uw ziel te ervaren, en een toevloeien van zalving en genade voor de zielen van anderen.
Gadsby aan het woord
Er is een levende godsdienst, en als u deze in uw hart bezit, zult u ten laatsten dage leven. Wanneer de wereld in vuur en vlam staat, zullen alle andere godsdiensten sterven, omdat ze vals zijn.
Philpot aan het woord
Waarschijnlijk zou u uw pijlen op Huntington geschoten hebben als een dweper, en op Harts gezangen als al te zwartgallig, en Warburton veracht hebben als altijd over de verdorvenheid sprekende, tenzij de klep van de woedende stoomketel uws harten u enige kennis gaf van hetgeen daarbinnen is.
Gadsby aan het woord
‘Zij keerden zich niet om.’ Een dienaar die zich kan omkeren om zijn hoorders te believen, is de naam van een dienaar niet waard. Als ze recht onderwezen zijn, zullen ze ‘rechtuit’ gaan en zich er niet druk om maken of ze mensen boos maken of niet. Hij denkt er niet over Gods waarheid af te zwakken om te voorkomen dat hij een antinomiaan genoemd wordt of een paar respectabele mensen wegjaagt.
Covell aan het woord
Het zaad van de gezegende God wast op in Jezus Christus en voelt dat Hij hun Leven en de Lengte hunner dagen is. Zij leven als bewijs van Gods kracht, goedheid en trouw, Die hun ziel onderhoudt in deze woestijnwereld waar zij doorheen trekken
Taylor aan het woord
Philpot is niet meer. En nu moeten wij verder strijden, vrienden. Twee of drie van ons oude predikanten staan nu in de frontlinie. De vijand zal binnenkort op ons af komen, maar laten wij vallen in dezelfde oorlog, laten wij vallen in dezelfde slag, laten wij strijden voor hetzelfde geloof dat eenmaal aan de heiligen overgeleverd is. En u allen, elk in uw eigen orde, zult volgen zo snel als de tijd verstrijkt. Er is geen ontslag in de strijd waarover we het nu hebben, en alle heiligen moeten dezelfde vijand ontmoeten. Maar, broeders, de Verlosser heeft de dood uitgetogen.
Covell aan het woord
God geve dat ieder van u zal zijn als de bomen die zo van de aarde in hemelse grond zijn overgeplant. En mag Hij in Zijn barmhartigheid verhoeden dat u een dorre boom blijft, met verdorde takken die alleen geschikt zijn voor, en ten slotte verteerd zullen worden in het vuur der hel.
Philpot aan het woord
Gods godsdienst is geen gemakkelijke godsdienst, waarbij je alles op je sloffen doet, geen troostvolle godsdienst van mooi weer. De godsdienst die altijd gemakkelijk en troostvol is, is verkeerd; het is satans godsdienst. Altijd troostvol, altijd behaaglijk, altijd gemakkelijk en altijd aangenaam te zijn; geen inwendige worstelingen, geen tegenstand van de duivel en de wereld te merken – in zo’n geval lijkt het hart op de plaats van een sterke gewapende, wiens goederen in vrede zijn. Dit is niet de strijd van een christen; hij moet strijden. De christen moet een loopbaan lopen. Wanneer Gods Woord over de weg van een christen spreekt, gebruikt het verschillende beelden, zoals een worsteling, een strijd, een conflict en tegenstand.
Philpot aan het woord
Satan ziet de mens, die door de schepping zo voor de engelen onderdoet, door de vleeswording van de Zoon van God verheven tot die woningen van hemelse gelukzaligheid waaruit hij voor eeuwig geworpen is in de donkerheid der duisternis, voor eeuwig. Dit verbittert satan tot in het diepst en pijnigt hem als met de kwellingen van de hel zelf. Bovenal ergert het hem met een machteloze woede dat de mens, nadat hij hem in het paradijs zo gemakkelijk verslagen had, wordt bevestigd in een staat die veel zekerder en veiliger is dan eerst. Daarom sommeert hij al zijn kunstgrepen en wapenen om een christen uit zijn staat neer te stoten; want al kan hij hem niet vernielen, hij kan hem wel benauwen; en soms slaagt hij daarin onder Gods toelating. Zo was het met Job; zo was het met David; zo was het met Hizkía; zo was het met Petrus; en zo is het geweest met veel van Gods heiligen.
Vaak, maar al te vaak, maakt hij gebruik van een of andere zonde in haar verlokkingen, want hij kent onze zwakke kant heel goed, en als hij eenmaal het net voor de voeten van zijn onvoorzichtige slachtoffer heeft uitgespreid en die daarin verstrikt heeft, zal hij niet nalaten hem neer te werpen. Zijn doel is eerst te verlokken en dan te verraden; eerst te verstrikken en dan te beschuldigen. Maar zijn ene hoofddoel, hetzij door de verlokkingen van de zonde of door de beschuldigingen van zijn donderende stem, is de ziel van de standvastigheid van haar geloof in Christus neer te werpen; haar af te halen van die grond waarop zij staat als een gelovige in de Zoon van God, die mededelingen uit Zijn volheid ontvangt, en haar in een ellendig Moeras Moedeloosheid of in een kuil van duisternis en verwarring te gooien.
GADSBY AAN HET WOORD
De Heere Jezus is de ‘Heere der heren en Koning der koningen’. Gods voorzienigheid ligt in Zijn handen en al mijn zorgen en al mijn beproevingen staan onder Zijn bepaling. Duivelen en mensen moeten Zijn soevereine wenk gehoorzamen en ‘Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt, en het staat er’.
Gadsby aan het woord
Wanneer de mensen al hun artillerie van aanmatiging en hoon hebben uitgeput op de arme, beproefde kinderen van God met een gebroken hart, zal de Heere nog steeds een volk hebben dat zijn eigen pijn en smart en de plaag van zijn eigen hart zal kennen, en gebeden en smekingen tot de Heere zal doen.
Deborah Philpot aan het woord
Zegt een van de evangelisten niet dat Hij na Zijn doop werd ‘geleid in de woestijn’ (Luk. 4:1), en een ander dat Hij daarin werd ‘uitgedreven’ (Mark. 1:12), ‘om verzocht te worden van den duivel’ (Matth. 4:1)?