Categorie archieven: Kernuitspraak

John Kershaw

We hebben nog nooit gezien dat één arme zondaar tot de Heere Jezus Christus gevlucht is – en ook nooit vluchten zal – om vergeving en zaligheid te ontvangen, vóórdat hij in benauwdheid is gebracht. Ik denk dat ik deze bewering zowel uit mijn eigen ervaring als uit vele gedeelten van Gods Woord kan staven.

William Gadsby

Ik geloof van harte dat sommige belijders meer onbeschaamdheid hebben dan de duivel zelf. Maar wanneer God er een eind aan maakt en ze voor Hem komen te staan, zullen ze merken dat hun vals vertrouwen niet maar een hersenschim, maar een grote hersenschim is; dat ze eraan overgegeven zijn een leugen te geloven en tot de ontdekking komen dat hun toevlucht een ‘toevlucht der leugen’ was en er voor hen in het geheel geen schuilplaats is.

Kershaw

Dezelfde gezegende Zoon van God Die in de vurige oven van Nebukadnézar verscheen, is onze Jezus; en loof Zijn dierbare Naam, Hij zal dezelfde Jezus, dezelfde machtige, helpende Jezus zijn tot het einde toe.

John Kershaw

Jezus had dus ‘gisteren’ de macht in Zijn hand, Hij heeft ‘heden’ de macht in Zijn hand en Hij zal ‘morgen’ de macht in Zijn hand hebben.

En wanneer u en ik gestorven en naar de hemel gegaan zijn, zal Hij de macht nog steeds hebben, en Hij zal het getal van Zijn uitverkorenen inzamelen, en Zijn zonen van verre en Zijn dochters van het einde der aarde brengen.

Joseph Hart

Velen beelden zich in dat zij grote gelovigen zijn, die evenwel weinig of geen geloof hebben, terwijl vele anderen, die zich van het geloof verstoken wanen, nochtans Christus aankleven door het geloof der werking Gods.

Kershaw’s uitspraak

O mijn vrienden, het is een vreselijk proces om zo weg te zinken in ‘een ruisenden kuil’ en in ‘modderig slijk’ (Ps. 40:3). Maar hoe pijnlijk ook, het is profijtelijk. Hoe zieker wij gemaakt worden van onszelf, hoe meer wij onze eigen zwakheid en onmacht leren voelen, des te groter onze blijdschap en verheuging zal zijn in Christus Jezus, ‘de Heilige Israëls’.

Gadsby’s uitspraak

Sommigen zeggen dat ik nooit tot zondaars preek. Maar, ai lieve, ik vind niets dan zondaren om tegen te preken! Als ik een mens zou tegenkomen die geen zondaar was, zou ik niets voor hem hebben. Er is geen greintje in mijn bediening dat geschikt voor hem zou zijn. Een zondaar die dat voor zijn gevoel werkelijk en waarlijk is, zoals God zegt dat hij is, is een heilige, plechtig voor en door de Heere afgezonderd, een heilig zondaar.