Gadsby persoonlijk

Ik voor mij moet tot mijn eigen schande en tot eer van de Heere zeggen dat ik zodanig was, en de wonderbare goedertierenheid en lankmoedigheid van God jegens mij zodanig waren, dat de Heere mij vaak belet heeft, ja, en dat tegen mijn eigen neiging in, om mezelf in het onmiddellijke verderf te storten. ‘Wie is een groot God, gelijk God?’