Philpot Persoonlijk

Pijn naar het lichaam, uit een preek over De plaag der melaatsheid, Leviticus 13:45-46

Ik veronderstel kennis te hebben, zowel in het natuurlijke als het geestelijke, aan wat ‘vers levend vlees’ is. Ik had in mijn jeugd een flinke longontsteking, voor welke sterke en strenge geneesmiddelen noodzakelijk waren. O.a. moest er gedurig een pleister op mijn borst, waardoor een diep zwerende wond werd veroorzaakt, en een overvloed van wat genoemd wordt ‘wild vlees’, het ‘levend vers vlees’ in onze tekst. Het was nodig dat dit met brandartsenij weggedaan werd vóórdat de wond wilde helen. Wekenlang, als mijn nu overleden moeder, elke morgen dit levend vlees onder behandeling nam, o, hoe schrok ik van haar hand terug! Pijnlijk was inderdaad het geneesmiddel, dit levend vers vlees uit te branden. Alzo in de genade.