Categorie archieven: Persoonlijk woord

tiptaft persoonlijk

Ik bemerk dat mijn oude natuur erg sterk aan geld gehecht is, als ik ervan scheid. Als ik had geleefd in de dagen der apostelen, zou ik in mijn hart de zonde van Ananias hebben gevonden, als ze al niet de overhand had verkregen. Alles verkopen of een deel verkopen is een heel verschillende zaak. Maar als de wereld ziet, dat we hebzuchtig zijn en geen offers willen brengen, staan ze gereed te zeggen: ‘Wat doet u meer dan anderen doen?’

philpot persoonlijk

Welnu, indien u het kunt stellen met een godsdienst, die hierbij ten achter blijft, welke dit dan ook zijn mag, ik kan dit niet. Ik heb een einde gezien aan iedere andere godsdienst. Geen andere godsdienst zal een schuldige consciëntie stillen. Geen andere zal van vrede spreken tot een bekommerd hart. Geen andere zal twij­fel en vrees uitbannen. Geen andere zal mij hier zegenen en mij ook niet veilig ten hemel opnemen hierna. Maar ik ben er zeker van, dat die godsdienst, die Gods gave en Gods werk is, en die niet in de wijsheid van de mens staat, maar in de kracht van God, dat die mij hier zal zegenen, en mij hierna ten hemel zal opnemen. Ik ben er zeker van, dat wat God tot mijn ziel spreekt, stand zal houden, als de wereld in brand zal staan.

philpot persoonlijk

Ik ben ervan overtuigd, dat er voor mij tijden zijn, waarin ik niet meer godsdienst, niet meer geestelijk gevoel schijn te hebben, en het werk Gods in mijn consciëntie niet meer kan naspeuren, dan alsof er geen God, geen hemel, geen hel, geen oordeel, geen eeuwigheid was. Maar door genade zijn er tijden en ogenblikken, waarop mijn hart ernstig wordt gestemd door de Goddelijke zaken. Wanneer deze met dat gewicht en met die kracht op mijn ziel liggen, dat ik ze wel moet gevoelen, of ik nu wil of niet.

Philpot persoonlijk

Wat mezelf betreft heb ik de vreze Gods bijna veertig jaar lang beleden, en naar ik hoop ook bezeten… ….. We kunnen – zelf ben ik dat vaak geweest – beproefd worden, wat betreft de wezenlijkheid van het werk; en soms word ik tot op deze dag beproefd of ik een enkele korrel genade in mijn hart bezit. Maar, ik heb nooit getwijfeld aan het tijdstip, waarop, nóch aan de omstandigheden, waaronder het begon, nóch wat mijn gevoelens waren onder de eerste onderwijzingen van de ge­zegende Geest in mijn hart; en ik ben in mijn eigen gedachten tot dit besluit gekomen, dat zo dit verkeerd is, dat dan alles verkeerd is; zo dit goed is, dat dan alles goed is. Als ik met God begonnen ben, dan kan God me tot het einde aan mezelf overlaten; maar als God met mij begonnen is, onafhankelijk van enige wil, neiging, kracht of handeling van mezelf, in een souvereine weg van genade, door Zijn vreze in mijn hart te planten en Goddelijk leven aan mijn ziel mede te delen – als God Zelf aldus een goed werk in me begonnen is, dan heb ik Zijn zekere belofte, dat Hij dat voleindigen zal tot op den dag van Jezus Christus (Filip. 1:6). Hierop steunen we soms temidden van twijfel, vrees, en ver­warring; ja we steunen op het werk Gods in ons hart, zoals dat door Hemzelf begonnen is. Dit moeten we dus gedenken, en dit is niet erg moeilijk, want het eerste werk op onze consciëntie ligt soms zo vers in de gedachten, alsof het gisteren geschiedde. De mensen vertellen me soms, dat ik een sterk geheugen bezit, doch of ons geheugen sterk of zwak is, het is verbazend wat een indruk de Goddelijke wezenlijkheden op onze geest maken in hun eerste mededeling. Vaak ook, waren de leidingen Gods met ons in de Voorzienigheid even kenmerkend als de leidingen met ons in de genade.

Philpot persoonlijk

Ik kan hier wel van ondervinding spreken, dat het ontbloten en in de laagte brengen niet in één dag geschiedt, maar vaak een werk van lange duur is. Ik was voor vele jaren terug niet ontbloot, niet in de laagte gebracht, toen, naar ik geloof dat de Heere mijn ziel levend maakte; maar toen werd ik van het eerste ogenblik af, geleid om meerder of minder te strijden naar wettige voorwerpen en kon ik niet zijn zonder inwendige godsdienst. Maar volkomen zielsarmoede drukte mij niet, schaamte en verlegenheid had mijn aangezicht nog niet bedekt. Ik had toen nog niet gevoeld wat een laag monster van snoodheid ik was, noch van mijzelf gewalgd en mij verfoeid in stof en as. De volkomen hulpeloosheid van de mens was voor mij meer een leerstelling dan een waarheid; ik was niet bekend met de machtige en overweldigende kracht van de zonde, nog had het ploegijzer van de verzoeking het diep bederf van mijn hart aan de dag gebracht. Daarom streed ik onwettig. Wanneer ik viel, zoals ik gedurig viel, zo had ik enig geheim voorbehoud in mijzelf, enige gebeden, of berouw, of hoop of voornemens, om mij uit de diepte op te helpen.

philpot persoonlijk

In Zijn genadige bedoelingen met Zijn eigen kinderen stelt de Heere gewoonlijk hun zekere zegeningen voor, of wel, Hij doet hen hun diepe nood gevoelen en daarna doet Hij in hun zielen hevige begeerten ontbranden. Ik herdenk hoe vurig mijn ziel bijna veertien jaar geleden verlangde naar de kennis van God. Het overviel mij in diepe droefheid, ongezocht, en bleef mij bij weken lang dag en nacht. O, welk een geest van gebed en smeking had ik toen, om de inwendige kennis van God in Christus.

Warburton persoonlijk

Wanneer de liefde, bloed, genade, barmhartigheid en heerlijkheid van Immanuel in het hart is, kroont dat het geheel. Ja mijn vrienden, ik heb het in de ziel waargenomen; want ik heb vandaag een zoete tijd met mijn Heere gehad. Ik ontwaakte vanmorgen om vijf uur, en ik zei tegen de Heere: ‘Kom, en bezoek mij vandaag’. Loof Zijn dierbare Naam, ik kreeg zo’n  gemeenzaamheid, zodat ik met Hem praatte zoals ik dat met u zou doen, mijn vrienden. O, welk een hemelse plaats is het om een wijle Zijn tegenwoordigheid te genieten, mijn vrienden, en dat Zijn hemelse zalving ons bedauwt.

Mockford persoonlijk

Ik was met hoogmoed vervuld over hetgeen ik al bereikt had, en door de toejuiching welke ik van anderen ontving, zwol ik dermate op, dat ik mijn nest in de sterren bouwde. Maar de Heer zegt: ‘Van daar zal ik u afbrengen!’ Ik had mijn huis op het zand gebouwd, en toen God Zijn Woord in vervulling bracht: ‘Ik zal die omgekeerd, omgekeerd, omgekeerd stellen’ toen viel mijn huis en de val er van was groot.

Gadsby persoonlijk

Er is één tekst die mij tientallen keren in verwarring gebracht heeft. Christus zegt: ‘Ik ga heen om u plaats te bereiden’ (Joh. 14:2). ‘Een plaats bereiden’, dat is heel vreemd. Is de hemel niet reeds bereid? Zo lijkt het alsof de geschapen hemel geen heerlijkheid genoeg is voor Gods volk; en ik geloof dat inderdaad. Ik geloof niet dat God de geschapen hemel voldoende heerlijkheid voor Zijn volk vindt. Daarom is Christus, als hun Middelaar, als hun Hoofd en Vertegenwoordiger, heengegaan om plaats voor hen te bereiden.

Philpot persoonlijk

Eenzaamheid: uit een preek over De plaag der melaatsheid, Leviticus 13:45-46

Een eenzame godsdienst is gewoonlijk een goede godsdienst. Gods beproefde volk heeft niet veel metgezellen. De geoefende kan niet wandelen met die ongeoefend zijn, noch de bezoedelde met de onbezoedelde…

Het is goed alleen te zijn. Ik ben niet zeer ingenomen met gezelschap in het geestelijke, alhoewel ik in het natuurlijke dat zeer bemin, want ik vind zeer weinigen om mee te wandelen; en ik denk dat het beste van onze godsdienst, ik zou bijkans gezegd hebben onze gehele godsdienst is, wat wij alleen verkrijgen, in de mededelingen die God aan de ziel in het verborgen geeft. Wij behoeven niet naar veel gezelschap te verlangen. …. Ik ben ingenomen met de omgang alleen van Gods volk, maar vermijd die zogenaamde godsdienstige gezelschappen, of theevisites en dergelijke.

Philpot persoonlijk

Wanneer ik onafhankelijk van Hem kan leven, dan zal ik dat doen. Onafhankelijkheid beminnen wij allen op innige wijze. Juist dit is het bloed, dat door al onze aderen stroomt. In vroeger dagen placht dit mijn leuze te zijn, want ik was te hovaardig om voor wat dan ook van iemand afhankelijk te zijn. Doch de genade leert ons hetgeen wij van nature nimmer zouden leren. De genade heeft me geleerd afhankelijk te zijn, niets te zijn, vol van zwakheden te zijn en terwijl ik deze zaken gevoel, brengt dit me tot de Heere, opdat Hij Zijn kracht in mijn zwakheid zou willen volbrengen, opdat Hij mij in mijn onwetendheid zou willen onderwijzen, Zijn verzoenend bloed en stervende liefde in mijn schuld en schande zou willen openbaren, opdat ik ervaar, in het persoonlijke en in het openbaar, met mijn pen en met mijn tong, op de kansel, en in mijn huis, voor de kerk en in de wereld, dat Zijn kracht op mij mag rusten.

Philpot Persoonlijk

Pijn naar het lichaam, uit een preek over De plaag der melaatsheid, Leviticus 13:45-46

Ik veronderstel kennis te hebben, zowel in het natuurlijke als het geestelijke, aan wat ‘vers levend vlees’ is. Ik had in mijn jeugd een flinke longontsteking, voor welke sterke en strenge geneesmiddelen noodzakelijk waren. O.a. moest er gedurig een pleister op mijn borst, waardoor een diep zwerende wond werd veroorzaakt, en een overvloed van wat genoemd wordt ‘wild vlees’, het ‘levend vers vlees’ in onze tekst. Het was nodig dat dit met brandartsenij weggedaan werd vóórdat de wond wilde helen. Wekenlang, als mijn nu overleden moeder, elke morgen dit levend vlees onder behandeling nam, o, hoe schrok ik van haar hand terug! Pijnlijk was inderdaad het geneesmiddel, dit levend vers vlees uit te branden. Alzo in de genade.