Alle berichten van st het braambos

Philpot persoonlijk

Openheid aan een vriend: uit een preek over Psalm 42:6

Een ieder is bekend met zijn eigen droefenissen, lasten en twijfelmoedigheden. We kunnen ze niet alle aan onze beste vriend uiten. We laten onze vriend toe in de wachtkamer, in het voorvertrek, maar wie heeft ooit zijn vriend meegenomen in de binnenkamer van zijn hartsgeheimen? Ik heb dit nooit gedaan en kan dit ook nooit. Er zijn daar diepten, waarin het oog van een mens nooit heeft geblikt; niemand dan het oog van God is bevoorrecht tot op de bodem van het hart te zien.

Gadsby persoonlijk

Het leek voordat ik predikant was in alle opzichten het hoogste toppunt van verwaandheid dat een dwaas als ik zelfs maar zou proberen te preken. Toch kon ik het gevoel niet kwijtraken. Ik durf te zeggen dat sommigen van u mij ook nu niets dan een dwaas vinden.

Philpot persoonlijk

Wettischheid: uit een preek over Jesaja 55:10-11

We hebben misschien, zoals velen dat hebben gedaan, getracht onszelf heilig te maken; we hebben acht gegeven op onze ogen, onze oren, onze tong; we hebben iedere dag zovele hoofdstukken gelezen uit Gods Woord; zijn zo lang op onze knieën blijven liggen, lazen op maandag een boek, op dinsdag nog één, een derde op woensdag; en we hebben zo getracht een soort heiligheid te werken in onze zielen. Vele jaren geleden, placht ik bijna een uur te bidden; en ik schaam me te zeggen, dat ik blij ben geweest, de klok te horen slaan. Wat was dit anders dan een monnikachtige, zelfopgelegde regel, een regel van St. Benedict, of van St. Dominic, om God te behagen door de lengte van mijn gebeden? En toch behoorde ik beter te hebben geweten; want toen het de Heere behaagde mijn consciëntie met Zijn vinger aan te raken, schonk Hij me een opmerkelijke Geest der genade en der gebeden; toen had ik geen behoefte aan een regel van St. Dominic. Doch dit alles diende om uit het hart iets voort te brengen, waarvan ik zou kunnen zeggen: ‘Nu ben ik godsdienstig; nu heb ik iets, waarmede ik Gode behaag; nu heb ik wat voortgang gemaakt in heiligheid; nu ben ik een stap nader gekomen tot God’. Maar wat is al deze jammerlijke eigengemaakte heiligheid, zoals naar ik geloof Bunyan dit noemt?

Tiptaft aan het woord

Ik geloof dat wij in een tijd leven waarin erg naar wereldse voorspoed wordt gestreefd; voorspoed is ons vlees zeer lief. Maar de Heere zegt: ‘Ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk; die zullen op den Naam des HEEREN betrouwen’.

Philpot persoonlijk

Wij lezen de Schriften nimmer zoveel, als wanneer het de Heere behaagt onze ziel te zegenen. Soms ben ik het warme zeestrand opgegaan en heb daar gelegen binnen gehoorafstand van het golfgeruis en bijkans heb ik hele hoofdstukken van buiten geleerd en heb ze gelezen met een lust, die ik wel wenste nu te kunnen voelen. O, wat vind ik het moeilijk nu de Bijbel te lezen, zoals ik toen placht te doen! Op die tijd smaakte ik zulk een zaligheid en zoetigheid in het Woord van God, dat ik geen ander gezelschap wenste.

Philpot aan het woord

Het is maar al te duidelijk dat wij ons niet kunnen vermengen met de belijdenis en de belijders van vandaag zonder, in zekere mate, hun geest in te drinken en meer of minder door hun voorbeeld beïnvloed te worden. Hierin lijken ze te veel op het verkoren volk, van wie de Heilige Geest getuigt: Maar zij vermengden zich met de heidenen, en leerden derzelver werken. En zij dienden hun afgoden, en zij werden hun tot een strik (Ps. 106:35-36). (uit de Metgezel)

Kershaw over het gebed

Uit een preek over Spreuken 10:24. Ik ben ervan overtuigd dat als uw hart recht met God en onder de invloed van Zijn gezegende Geest is, en Hij uw Gids en Leraar is, uw vurig roepen aan de genadetroon op het volgende neer zal komen, naast de zaligheid van uw ziel: ‘Lieve Heere! zolang ik in de woestijn ben, houd mij heel nederig, houd mij plechtig, houd mij altijd waakzaam, houd mij bekend, meer en meer, met mijn totale afhankelijkheid van U en van mijn eigen volslagen ongenoegzaamheid, houd mij altijd naijverig over mijn eigen hart, en laat mij nooit op mijn eigen hart vertrouwen en van U wegvallen, zoals de arme Petrus. Houd mijn geweten heel teer door hernieuwende toepassingen van het bloed van Jezus en de bedauwende invloeden van Uw gezegende Geest. Laat mij Uw vreze gedurig voor mijn ogen hebben, zowel in mijn uitgang als in mijn ingang, opdat mijn begeerte zal zijn: “Houd Gij mijn gangen in Uw weg, opdat mijn voetstappen niet zouden wankelen” (vgl. Ps. 17:5, Eng. vert.). O Heere, bewaar mij en ik zal wel bewaard zijn. Stel Gij mij in staat om stand te houden en “alles verricht hebbende, staande te blijven” (Ef. 6:13). Houd mij in de “voetstappen der schapen” (Hoogl. 1:8), op de “nauwe weg” (Matth. 7:14) en laat mij nooit van U afdwalen. Geef zo, Heere, dat mijn overige dagen toegewijd mogen zijn aan Uw eer en heerlijkheid, dat ik U en Uw wegen hoe langer hoe meer mag liefhebben, dat Uw ordinanties mijn vermaak mogen zijn, en dat ik Uw geboden en bevelen mag bewaren, en U verheerlijken in lichaam, ziel en geest, die Uwe zijn, totdat de tijd zal aanbreken wanneer Gij zult komen en mij tot U nemen, opdat ik ook zijn mag waar Gij zijt.’

Gadsby persoonlijk

Na de geboorte van zijn 4e kind, 1e zoon, Ebenezer

We waren het spoedig eens over de naam van de jongen. We zullen hem Ebenezer noemen; want tot op vandaag heeft Jehova, de Ik ben, onze weg voorspoedig gemaakt. Moge de Heere ons dankbaar maken en ons vervullen met lof voor Hem, Die getrouw is en vol genade…. Moge de jongen en zijn moeder, en ook zijn zusters, tezamen met hun onwaardige vader, de rijke prijs verkrijgen.

Verschenen: De Doop, door John Norcott

De Doop – Op duidelijke en getrouwe wijze opengelegd
door John Norcott
Een verklaring over de Doop der gelovigen. Vertaald door Ruth Pieterman n.a.v. de tweede druk, toen Norcott nog in leven was. Latere versies zijn door anderen zoals bijv. Spurgeon herzien.
ISBN nummer  978-90-76450-08-7, 64 pag, harde kaft, € 6,00

Warburton sr persoonlijk

In mijn vroegere dagen was ik somtijds zo terneer gedrukt onder valse geruchten, dat ik mij er ellendig door gevoelde. Maar God lof, reeds een goed aantal jaren ben ik in staat gesteld geworden èn belijders èn bezitters in de hand van God te laten en meer acht te geven hoe de zaken stonden tussen God en mijn eigen ziel.